Het operating systeem dient als software tussen de toepassingslaag en de logische laag van het drielagenmodel. Het Operating Systeem (OS) is het besturingssysteem van je computer of telefoon. Het operating systeem zorgt ook voor de communicatie tussen de applicaties en de hardware-onderdelen. Een voorbeeld van een besturingssysteem is Windows. Het besturingssysteem heeft 3 belangrijke taken: beheer van randapparatuur, bestandsbeheer en taakbeheer.
Onder randapparatuur vallen de hardware-onderdelen die de processor ondersteunen zoals het werkgeheugen. Drivers zorgen voor de communicatie tussen het besturingssysteem en de hardware, zoals het beeldscherm en de muis, en de mogelijkheid om de hardware-onderdelen aan te sturen.
Een andere taak van het besturingssysteem is het bijhouden op welke plekken op het opslagmedium de enen en nullen zijn opgeslagen. Daarnaast weet het besturingssysteem welke clusters van een opslagmedium al bezet zijn en welke niet. De clusters worden zo dicht mogelijk bij elkaar gezet om genoeg plek te maken om documenten op te kunnen slaan.
Alle taken die door de computer uitgevoerd moeten worden worden beheert door het besturingssysteem. Een onderdeel van taakbeheer is ook de mogelijkheid om met meer dan 1 programma tegelijkertijd te kunnen werken (multitasken). Het besturingssysteem zorgt er dan voor dat de processor zijn aandacht over meerdere taken verdeeld en daar dus ook korte tijd voor reserveert.
Als je op de afbeelding hieronder klikt kom je op de website waar alle informatie op deze pagina vandaan komt.